In deze installatie, geactiveerd door workshops, performances en gezamenlijke diners, zet Anne Duk Hee Jordan haar praktijk van het benaderen van koloniale geschiedenissen en resterende kolonialiteit voort vanuit het perspectief van vijf plantenprotagonisten: nootmuskaat, kruidnagel, thee, peper en kaneel. De migratie en handel van deze planten en specerijen zijn van cruciaal belang geweest voor de groei van de Nederlandse economie sinds de zeventiende eeuw, toen de Vereenigde Oostindische Compagnie en de West-Indische Compagnie handelsposten vestigden in Nederlands-Indië, Japan, het Caribisch gebied, Zuid- en Noord-Amerika, de West-Afrikaanse kust en Zuid-Afrika.

De lucratieve handel in die specerijen tijdens de zogenaamde Nederlandse Gouden Eeuw was gebaseerd op uitbuiting van zowel planten als menselijke arbeid. In het centrum van Arnhem wordt een voormalige parkeerplaats omgevormd tot een landschap met een levend plantenarchief. The Living Plant Archive is opgebouwd als een heterogene assemblage van smaak- en zintuiglijk materiaal dat verwijst naar de historische en huidige contexten. Onderzoekster en curator Pauline Doutreluingne werkt de inhoud van het archief uit in een project dat de mogelijkheid probeert te schetsen voor transmateriële archivering op het snijpunt van natuur, voedsel, geschiedenis en postkoloniaal denken. Via een niet-lineaire organisatielogica worden in dit levende archief geuren, planten, teksten, eetwaren, textielsculpturen, verhalen, workshops en sonische interventies gepresenteerd.

Alleen door betere kennis van het verleden, kunnen we vermijden dat we fouten herhalen. De verhalen en agency van de planten sturen de vertelling en laten nieuwe verhalen ontstaan waarbij het archief een startpunt is voor reflectie en interactie voor collectief gebruik. Het archief biedt ook onderdak aan nieuw gemaakte installaties die de verbinding tussen archiefmateriaal, kleur en textiel verkennen. In de tijd van de Europese ontdekkingsreizen verkenden Europese kooplieden de planeet op zoek naar de heerlijkste geuren, stoffen, planten en specerijen en grepen ze alles en iedereen voor de lucratieve handel rond die producten. In het werk zijn recepten opgenomen die betrekking hebben op de manier waarop in de loop van de achttiende eeuw nieuwe smaken in de Nederlandse keuken werden geïntroduceerd.