Sunette L. Viljoen, HOC OPUS HIC, 2021

Sunette L. Viljoen, HOC OPUS HIC, 2021. Site-specifieke interventie met bakstenen pad, heropende deuropening, historische gemeentelijke bakstenen, zand, billboard (300 x 500 cm). In opdracht van sonsbeek20→24. Foto Django van Ardenne

Het kader voor deze locatie specifieke sculpturale installatie is de voormalige vliegtuighangar aan de Buitenplaats Koningsweg, aan de rand van Arnhem. Op deze locatie overlappen twee contexten: de Tweede Wereldoorlog en de culturele implicaties van de langlopende internationale kunsttentoonstelling met paviljoens in Park Sonsbeek. De hangar bevindt zich in een militair complex dat tijdens de Tweede Wereldoorlog door de Duitse bezetters is gebouwd. Bij de bouw van de hangar werden plaatselijke bouwmethoden gebruikt om de gebouwen te camoufleren zodat het vanuit de lucht leek alsof het om landbouwnederzettingen ging. Na de oorlog is de hangar nog tientallen jaren als schuur gebruikt. Het is nu een leeg, historisch betekenisvol, vervallen rijksmonument.

De geschiedenis van de beeldententoonstelling is verweven met de geschiedenis van de paviljoens en heeft een rol gespeeld in de positionering van deze tijdelijke bouwsels binnen het domein van de hedendaagse kunst. Als complexe en brede typologie met een rijk utilitair en symbolisch verleden zijn paviljoens nog steeds meestal aanwezig als architecturale spektakels in het landschap, geplaatst om in het oog te springen. De hangar is juist het tegenovergestelde; bedoeld om op te gaan in zijn omgeving.

HOC OPUS HIC ziet de hangar zelf als een paviljoen, waarin de ‘Sonderbau’ wordt tentoongesteld die is ontworpen om niet op te vallen. Het werk compliceert de ontmoeting met een onwillig monument, door het open te maken en het te vullen met de enige functie die het nu nog lijkt te kunnen hebben: bekeken worden. De toegang tot het terrein is veranderd; een kaarsrecht pad leidt naar het gebouw via een heropende achteringang. Binnen is de bewegingsvrijheid beperkt en oneffen vloeroppervlakken bootsen de visgraatgeplaveide landingsbaan na, waardoor het typische wegdek al een echo wordt. Historische bakstenen, in bruikleen van de plaatselijke gemeente, die normaal voor de veiligheid zijn begraven, opgeslagen voor restauratie en herstel van monumenten, zijn in de ruimte gestapeld. In dit stenen landschap tonen ze hun blanco historiciteit, als iets dat ontmanteld is, eruit gehaald is of klaar is om in een andere context te worden geplaatst.

Het pad loopt verder door een donker, authentiek interieur naar de geplaveide vlakte bij de oorspronkelijke ingang. Een groot beeld – als een gemeentebord dat de bouw aankondigt – aan de andere kant markeert een einde en trekt de toeschouwer uit het gebouw. Het reclamebord met een afbeelding van een veer kondigt de aanwezigheid aan van de kerkuil die in de hangar nestelt. Het beeld is geen verduidelijking, maar wijst in plaats daarvan op datgene wat inheems is aan de ruimte, in een uitvergrote en onnatuurlijke vorm.

Op deze vreemde plaats herhalen zich tegenstellingen: de imitatie, het getoonde en het verborgene, toegang en beperking, het artificiële en het natuurlijke, het oorspronkelijke en zijn echo. Vergilius’ ‘HOC OPUS HIC LABOR EST’ betekent ‘dit is de taak, dit is het zware werk’, of, ‘hierin ligt de taak en de machtige arbeid’. HOC OPUS HIC stopt halverwege deze uitspraak, alle zekerheid en overtuiging in de lucht gehouden.

Sunette L. Viljoen, HOC OPUS HIC, 2021. Site-specifieke interventie met bakstenen pad, heropende deuropening, historische gemeentelijke bakstenen, zand, billboard (300 x 500 cm). In opdracht van sonsbeek20→24. Foto Django van Ardenne

nl_NLDutch