Na een rondreis van drie jaar – met als startpunt het Australische parlement in Canberra – streek de ambassade van de Aboriginals in Arnhem neer. Tussen de Stadsvilla en het Lorentz-monument, om precies te zijn. Dat maakte het verhaal rond: een van de eerste Aboriginal-reservaten draagt de naam Arnhemland. Dit gebied is vernoemd naar Arnhem, ook al wordt het al meer dan 25.000 jaar door Aboriginals bewoond. Dit feit stelde Aboriginal kunstenaar Richard Bell – die zelf ambassadeur speelt – ter discussie in zijn pop-up ambassade.

Richard blies de ambassade leven in vanuit zijn eigen worsteling. Het is een satire over de verdeeldheid en ongelijkheid die er nog steeds heerst tussen de Australiërs en Aboriginals. Op humorvolle doch kritische wijze riep hij discussie op over kolonisatie en racisme. Ook organiseerde hij een symposium en nodigde hij sprekers uit die vertellen over wat het betekent om Aboriginal te zijn in Australië. Iedereen in Australië weet van de onverdeeldheid, maar niemand spreekt erover: het is ‘een olifant in de kamer’.